Tuin voor mens én dier in de Kleurenbuurt

Een stadsoase is een tuin voor mens én dier, die allereerst eraan bijdraagt dat mensen elkaar makkelijker ontmoeten.

Tuin voor mens én dier in de Kleurenbuurt

Een stadsoase is een tuin voor mens én dier, die allereerst eraan bijdraagt dat mensen elkaar makkelijker ontmoeten. Voor dieren, van vlinders tot regenwormen, is het bovendien een voedselrijk paradijs, dat het voortbestaan van talloze soorten nuttige beestjes bevordert (biodiversiteit).

Zien, ruiken, proeven

Mensen kunnen elkaar wandelend ontmoeten, maar treffen elkaar ook bij de buurtmoestuin van zo’n 50 bij 30 meter. Hier kunnen buurtbewoners tientallen lapjes grond gebruiken om groenten, fruit, kruiden of bloemen te telen. De oogst nodigt uit tot gemeenschappelijke maaltijden. Ook komt er een plukweide. Blikvanger wordt een bank van gerecycled hout, met een horizontaal deel voor passanten en een verticaal deel voor insecten en planten. Als je op de bank zit, kun je met behulp van je telefoon en de QR-code die op de bank te vinden is, van alles lezen over wat je om je heen ziet. 

Groen kan in verschillende gedaanten betekenis hebben voor mensen”, zegt projectleider Emile Smeenk. “Denk aan wat we zien, het beeld van bloeiende planten. Denk ook aan geuren, bijvoorbeeld van de lekker ruikende ne lang bloeiende lindes. En vergeet vooral het proeven niet. Hazelaars en aalbessen geven vruchten af voor cake of jam.”

Spelen, bewegen, relaxen

Kinderen kunnen zich uitleven op een speelveldje. Een ligweide brengt ook mensen bij elkaar. In de plannen is ook een zandstrandje aan de Gouw opgenomen. Het strandje wordt geflankeerd door enkele sporttoestellen, die stimuleren tot eenvoudige lichaamsoefeningen. 

Waterberging

De stadsoase draagt ook bij aan klimaatbestendigheid van de omgeving. Als gevolg van klimaatverandering komen ook in Zaanstad meer hoosbuien en langdurige perioden van hitte voor. De gemeente wil wateroverlast voor bewoners tegengaan en als het kan ook water langer bergen voor droge perioden. 

Daarom zijn er op het terrein drie wadi’s aangelegd, een soort kuilen. Regenwater stroomt dan naar deze lager gelegen delen toe en zakt daar langzaam naar de bodem. Zo wordt het riool niet overbelast. De wadi’s worden beplant met planten die goed tegen zowel droog als nat kunnen, zoals de echte koekoeksbloem en de kattenstaart.

Alle bomen en planten zijn uitgekozen op verschillende kwaliteiten. Zo komen er bomen met brede kronen die veel schaduw te geven bij hitte. En er zijn heesters en bomen waarin insecten goed gedijen. Zoals de eik, waarvan honderden soorten kleine beestjes afhankelijk zijn. “De eiken plaatsen we in groepjes”, licht Smeenk toe. Die communiceren ondergronds via schimmels en houden elkaar zo gezond.”


Bodemrijkdom

Rond de Kleurenflats doen wetenschappers de komende jaren onderzoek naar insectensoorten en naar de bodemrijkdom. Hoe ontwikkelen insecten zich in de stadsnatuur als er steeds meer beplanting en beestjes komen? Wat is na verloop van tijd het verschil met het insectenleven aan de andere kant van de Gouw, waar de mens even niet ingrijpt. 

Smeenk: “We kijken daarbij nu eens minder naar vlinders en bijen maar juist meer naar kleinere insecten en bodemdieren, zoals cicaden, gaasvliegen en sprinkhanen. We onderzoeken daarbij ook hoe de bodem verandert. Dat is een ratjetoe met veen, slib en ophogingen met zand. Sommige delen zijn voedselrijker dan andere delen. Wat betekenen die verschillen voor het bodemleven, vragen we ons af. We zijn dan benieuwd naar ontwikkeling van aantallen van bijvoorbeeld regenwormen maar ook naar grotere variëteiten in dieren en planten. Dit is onderzoek waar men in andere steden ook profijt van kan hebben.” 


Hoog contrastToegankelijkheidsverklaringGa naar Zaanstad.nl