Gezichten van Wijkonderhoud: Richard Roosendaal 'Rijden op de kraakperswagen is een feest'
24 maart 2022
Dit is het tweede artikel waarin we een collega van Wijkbeheer en Onderhoud aan het woord laten. Deze keer interviewen we Richard Roosendaal. Hoe ziet zijn werk eruit en wat maakt het de moeite waard? Tijd voor een nadere kennismaking.
Wist jij dat de gemeente elke maand zo’n drieduizend meldingen krijgt om grof afval op te halen? Eén van de medewerkers die samen met zijn collega’s door de hele gemeente rijdt om dit op te halen, is Richard Roosendaal. ‘Inwoners kunnen bij ons een afspraak maken om hun grof afval op te laten halen. Zij mogen het dan vanaf 20.00 uur de avond voor de afspraak en voor 7.30 uur op de afgesproken dag aan de straat zetten. Ook halen we in de zomer snoeiafval op. Maar dan gelden wel een paar regels. Zo mag bijvoorbeeld het volume van het aangeboden afval bijvoorbeeld niet groter zijn dan 1,5 kubieke meter en niet meer wegen dan 23 kilo. Meer mogen we niet tillen.’
Contact met bewoners
’Natuurlijk maken we mee dat inwoners bijvoorbeeld sloop- of bouwafval buiten zetten’, zegt Richard. ‘Dat moeten ze zelf afvoeren. Wat we dan doen, is bij ze aanbellen. Samen zoeken we dan naar een oplossing. De meeste bewoners laten weten dat ze dit waarderen.’
Dumpingen
Richard vertelt dat de gemeente ook dumpingen opruimt zoals afgedankte koelkasten. ‘Dat doen we op basis van meldingen van bewoners of collega’s die het in hun dagelijks werk tegenkomen. Opruimen doen we altijd binnen vijf dagen, maar als er direct gevaar is meteen! Als een melding na 16.00 uur binnenkomt, wachten we niet tot de volgende dag. Dan pakt onze wachtdienst deze op.’
Superleuk werk
Richard is blij met zijn baan. ‘Ik vind het fantastisch werk. Het bijna dagelijks rijden op een kraakperswagen vind ik echt een feest. Het grof afval kunnen we met de kraan die op deze wagen zit, drie keer zo klein maken. We kunnen per keer zo’n achtduizend kilo afval meenemen.’
Samen houden we de stad schoon
Richard: ‘Het geeft een kick om me samen met mijn collega’s in te zetten voor een schoner Zaanstad. Mijn oproep zou zijn aan de inwoners: heeft u grof afval? Meld ons het dan gewoon en dump het niet. Als het kan, breng het dan naar de milieustraat. Daar recyclen we het afval. En: schone Zaanse straten, dat wil toch iedereen?’
